Sensei ni rei, Otoka ni rei

Vandaag weer terug in Osaka. Gisteren heb ik in Kyoto nog een markt bezocht. De ?…. markt. Deze markt staat bekend om zijn vele Japanse lekkernijen. Schijnbaar zijn dit vooral vissen, want het grootste gedeelte van de markt bestond uit viskramen. De markt viel mij een beetje tegen, omdat ik meer straat voedsel had verwacht. Ik heb er wel een paar dingen geprobeerd als eend en een of andere vis (smaakte wel goed :D). De middag heb ik vervolgens gebruikt om naar mijn hotel te komen in Osaka. Ik heb de avond afgesloten in Coolabah (de Australische bar uit een aantal berichten terug). In Coolabah heb ik een tijdje gepraat met een Schotse Australiër; dit was een rijke man. Hij heeft mij zo ongeveer zijn hele levensverhaal verteld. Het grappige was, dat dit als reactie was op mijn vraag: Hoe ben je in Australië terecht gekomen? Voor nu heeft de man wel een goed leven. Hij werkt volle twee weken (12,5 uur per dag); vervolgens heeft hij één maand vrij. Dan weer twee weken werken etc…. Het kwam erop neer dag hij per jaar 16 weken werkt. Hiermee verdient hij $ 100.000. Het werk dat hij doet is als vrachtwagenchauffeur. Echter niet zomaar een, maar van enorme machines die in de mijn werken. Hij zei dat zo’n machine geladen ongeveer 500.000 pond weegt. Daarnaast heb ik ook nog een Vietnamese Australiër genaamd Yin ontmoet. Was kortom een gezellige avond!

De volgende dag ben ik met Ahmet op stap geweest naar Kobe. Hier is niet enorm veel te zien, maar wel iets speciaals. Misschien ken je het wel. Het is een gerecht genaamd Kobe beef. Het nadeel was dat de goede restaurants gesloten waren en wij het moesten doen met een goedkopere variant. We hebben hier echter wel heerlijk gegeten. Het leuke aan dit restaurant was wanneer er iemand binnen kwam of wegging. Als je binnen kwam riep al het personeel (ook in de keuken): Hajime Maste! Dozo! Dit betekent iets: als leuk je te ontmoeten, neem plaats. Als je wegging was het met z’n allen: Arigatou Gozaimas! Dit maakte dat je je heel welkom voelde in het restaurant. Daarnaast was het voor mij ook vermaak ^^. Het filmpje kan ik helaas nog niet laten zien. Deze zet ik als ik thuis ben misschien nog op Facebook.

De reden dat de betere restaurants voor ons gesloten waren, is omdat ik op tijd weg moest. Ik mocht vanavond (vrijdag) namelijk mee trainen bij Daishin Judo in Osaka. Dit is een kleine dojo; kleiner dan die van Yusei Gachi (mocht je die kennen). Het was erg gaaf om mee te maken. De leraar was een 8e dan judoka genaamd Akihiro Matsuura. Ik kon een pak lenen en meetrainen. De groep bestond voornamelijk uit judoka’s met een dan-graad. Daarnaast liepen er twee witte banders rond. Zoals ik al eerder vermeldde heb je in Japan geen kleuren tussen wit en zwart. Na wit is zwart dus de volgende band. Ik kwam voor de training in gesprek met een Amerikaan die naar Japan verhuisd was. Wat ik apart vond, was hoe hij zijn 1e dan behaald had. Hij woonde pas 3 jaar in Japan en had in Amerika alleen geworsteld. Ik vroeg hem dus of hij zijn band pas had. Hij zei van niet. Hij had hem namelijk al binnen 3 maanden gehaald; dit deed hij op wedstrijd punten. Hij had dus voldoende wedstrijden gewonnen om zijn zwarte band te halen. Ik vind het nog steeds jammer dat je zo ook je dan-graad kan behalen…

Uiteindelijk begon de training dan. De warming up doe je zelf. Dit bestaat voornamelijk uit het oprekken van je spieren. Om warm te worden doe je Fuchikomi. Hierbij zet je tien keer een techniek in, maar werp je niet. Naast het feit dat je er warm van wordt, is het ook bedoeld om wedstrijd technieken te oefenen. Als je het goed uitvoert, ligt het tempo namelijke erg hoog. Om half 9 (8 uur begon de les) gingen we verder met randori tachi-waza (staande wedstrijd). Hierbij had je rondes van 3 minuten. Er was geen grondgevecht of winnaar. Je bleef door gaan voor de volle drie minuten. Voor mij was dit erg zwaar :P. Ik ben namelijk niet gewend zoveel wedstrijden achter elkaar te doen, op zo’n niveau. Ik nam het namelijk op tegen (voornamelijk) Japanners die dit twee keer in de week oefenden. Het verschilde wel hoe de wedstrijden verliepen. Ik kon me in de meeste gevechten wel staande houden; ik werd vaak geworpen, maar kon zo nu en dan ook wat werpen. Hierin een paar keer waza-Ari en ippon gescoord (geen yuko). Een gevecht was ik wel een soort van machteloos. Dit was tegen de beste Japanner in de dojo. Die man was gewoon letterlijk met mij aan het spelen. Het gemak waarmee hij mij kon werpen was ongelofelijk.

Rond 9 uur begon randori ne-waza (grondgevecht). Hierin was ik wel beter. De ju-jutsu les thuis sluiten we namelijk altijd af met grondgevecht. Ik kon hier mijn ei wel in kwijt. Het mooiste van deze randori vond ik mijn oude vertrouwde techniek: Ude Hisigi Juji Gatame (een armklem). Dit is een van mijn lievelingstechnieken uit het grond gevecht en heb ik hier uiteraard ook weer gebruikt (en mee gewonnen ^^). Het was al met al een erg mooie ervaring om mee te maken. Ik typ dit bericht in de ochtend na de training; gelukkig valt de spierpijn erg mee

Plaats een reactie